In het verslag-Van Reepinghen werd al onderstreept dat « de kritiek tegen de overdrijving van de erelonen van de deskundigen inderdaad vooral uitgebracht (wordt) wanneer er een gebrek aan verhouding is tussen die erelonen van deskundigen en de inzet van het geschil waarover zij van advies moeten dienen » (o. c. , blz. 232).
Comme le soulignait déjà le rapport Van Reepinghen, les critiques dirigées contre l'exagération des honoraires des experts s'expriment surtout lorsqu'il y a disproportion entre ses honoraires et l'enjeu du différend (o. c. , p. 232).