En indien men dit alles zou voegen bij wat men zou kunnen bestempelen als een overduidelijke schending van de voornoemde artikelen, alsook van artikel 2 van Protocol nr. 1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden dat bepaalt : « niemand zal het recht op onderwijs worden ontzegd », zou het incident niet van ondergeschikt belang zijn en bijgevolg niet onopgemerkt kunnen voorbijgaan.
Et si tout cela s'ajoutait à ce que l'on pourrait qualifier de violation flagrante des articles précités de la Convention relative aux droits de l'enfant ainsi que de l'article 2 du Protocole nº 1 à la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales qui stipule que « Nul ne peut se voir refuser le droit à l'instruction». , l'incident ne serait pas mineur et ne pourrait par conséquent passer inaperçu.