8. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Opheffingsbepalingen Art. 76. De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 28 februari 2014 betreffende de inwerkingtreding van artikel 29, § 1, derde lid, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid; 2° het ministerieel besluit van 14 mei 2014 tot vaststelling van de modellen van attest, van inburgeringscontract en van bijlage bij het inburgeringscontract in het kader van het inburgeringsbeleid; 3° het ministerieel besluit van 22 december 2008 houdende de bepaling van de medische en persoonlijke redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van aanmelding bij het onthaalbureau, uitstel van ondertekening van het inb
...[+++]urgeringscontract of tijdelijke opschorting van het inburgeringscontract; 4° het ministerieel besluit van 8 juni 2007 houdende de bepaling van de kosten voor de randvoorwaarden om een primair inburgeringstraject te volgen waarvoor het onthaalbureau de jaarlijkse subsidie-enveloppe kan aanwenden; 5° het ministerieel besluit van 15 februari 2007 betreffende de groeifactor in het kader van de bepaling van de totale subsidie-enveloppe voor de erkende onthaalbureaus; 6° het ministerieel besluit van 11 juni 2004 betreffende de richtlijnen voor de inburgering van minderjarige anderstalige nieuwkomers in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid.8. - Dispositions finales Section 1. - Dispositions abrogatoires Art. 76. Les réglementations suivantes sont abrogées : 1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 février 2014 relatif à l'entrée en vigueur de l'article 29, § 1, troisième alinéa, du décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d'intégration et d'intégration civique ; 2° l'arrêté ministériel du 14 mai 2014 fixant les modèles de l'attestation du contrat d'intégration et l'annexe du contrat d'intégration dans le cadre de la politique d'intégration civique ; 3° l'arrêté ministériel du 22 décembre 2008 déterminant les raisons médicales et personnelles qui peuvent donner un motif de suspension à la présentation au bureau d'accueil ou un motif de suspension à la signat
...[+++]ure du contrat d'intégration civique ou un motif de suspension temporaire du contrat d'intégration civique ; 4° l'arrêté ministériel du 8 juin 2007 portant la détermination des coûts des conditions préalables pour suivre un parcours primaire d'intégration pour lequel le bureau d'accueil peut utiliser l'enveloppe de subvention ; 5° l'arrêté ministériel du 15 février 2007 concernant le facteur de croissance dans le cadre de la disposition de l'enveloppe de subvention totale pour les bureaux d'accueil reconnus ; 6° l'arrêté ministériel du 11 juin 2004 relatif aux directives pour l'intégration civique des primo-arrivants allophones dans le cadre de la politique flamande d'intégration civique.