In dezelfde resolutie riep de conferentie het Comité van Ministers op « de haalbaarheid van een nieuw aanvullend protocol bij het verdrag te overwegen, dat de mogelijkheid om de doodstraf te handhaven voor feiten begaan in tijd van oorlog of van onmiddellijke oorlogsdreiging zou uitsluiten » (paragraaf 14 van resolutie II).
Dans la même résolution, la Conférence a invité le Comité des Ministres, « à examiner la faisabilité d'un nouveau protocole additionnel à la Convention excluant la possibilité de maintenir la peine de mort pour les actes commis en temps de guerre ou de danger imminent de guerre » (paragraphe 14 de la Résolution II).