De omgevingstemperatuur in de impregneerzone wordt ingesteld op 298 ± 5 K. Het voertuig wordt opgeslagen gedurende niet minder dan 6 en niet meer dan 36 uur voorafgaand aan de test van het type I met koude start of totdat de temperatuur van de motorolie TOil, de koelmiddeltemperatuur TCoolant of de temperatuur van de bougieafdichtring/pakking TSP (alleen voor luchtgekoelde motoren) gelijk is aan de luchttemperatuur in de impregneerzone.
Il doit y séjourner au moins 6 heures et au plus 36 heures avant l’essai de démarrage à froid de type I, ou bien jusqu’à ce que la température de l’huile moteur TOil ou du liquide de refroidissement TCoolant, ou du joint/siège de bougie dans la culasse TSP (pour les moteurs refroidis par air seulement), soit égale à la température de l’air dans le local de conditionnement.