In het eerste verslag zal worden beoordeeld of het noodzakelijk is om de vrijstelling volgens artikel 14, lid 1, letters b) en c) voor energieproducten die worden geleverd voor gebruik als brandstof voor luchtvaart en de vaart op communautaire wateren op te heffen in het geval er binnen de IMO of de ICAO dan wel in samenhang met de kaderconventie van de VN over klimaatverandering een akkoord wordt bereikt om maatregelen ter vermindering van de CO2-uitstoot aan de lucht- en zeevaartsector op te leggen.
Le premier rapport évalue la nécessité de supprimer l’exonération prévue à l’article 14, paragraphe 1, points b) et c), pour les produits énergétiques fournis en vue d’une utilisation comme carburant pour la navigation aérienne et dans les eaux communautaires dans l’éventualité où un accord aura été conclu en vue de l’imposition de mesures de réduction des émissions de CO2 dans le secteur aérien et maritime au sein de l’OMI, de l’OACI ou au titre de la convention-cadre des Nations unies sur les changements climatiques.