10. beveelt de lidstaten aan om immigranten die bereid zijn om terug te keren naar hun landen van herkomst hierin te stimuleren en te steunen, teneinde arbeids- en opleidingsmobiliteit te bevorderen en hun respectieve landen van herkomst te laten profiteren van de verbeterde vaardigheden van immigranten; stemt echter niet in met beleid dat gericht is op gedwongen terugkeer, behalve op bevel van de immigratie-autoriteiten of na een rechterlijke uitspraak;
10. préconise que les États membres accordent des incitations et une aide aux immigrants disposés à regagner leur pays d'origine, dans le but d'encourager la mobilité du travail et de la formation et afin que le pays d'origine puissent bénéficier des qualifications renforcées des immigrants; n'accepte toutefois pas les politiques de retour forcé, si ce n'est lorsqu'il s'agit d'exécuter des injonctions de police ou des arrêts de justice;