« Op verzoek van een vennoot of van een belanghebbende derde of van de administratieve overheid die belast is met het toezicht op de intercommunale, kan de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de zetel van de intercommunale gevestigd is, de ontbinding uitspreken van iedere intercommunale die haar statuten niet binnen de in de vorige paragraaf bepaalde termijn zou hebben gewijzigd».
« Le tribunal de première instance du siège de l'intercommunale peut prononcer, à la requête soit d'un associé, soit d'un tiers intéressé, soit de l'autorité administrative ayant le contrôle de l'intercommunale dans ses attributions, la dissolution de toute intercommunale qui n'aurait pas modifié ses statuts dans le délai prévu au paragraphe précédent».