Art. 33. § 1. Elk voertuig moet geïdentificeerd worden door de Administratie alvorens het in dienst wordt genomen en moet vooraan rechts op de buitenkant van het voertuig, op een zichtbare plaats, voorzien zijn van de door de Administratie afgeleverde identificatieplaat, waarop minstens het woord « TAXI » en een identificatienummer voorkomen.
Art. 33. § 1. Tout véhicule doit être identifié par l'Administration avant sa mise en service et porter à l'avant-droit extérieur du véhicule, à une place visible, la plaquette d'identification délivrée par l'Administration et sur laquelle figurent au moins le mot « TAXI » et un numéro d'identification.