Art. 3. De machtigingen bedoeld in de artikelen 1, § 1, en 2, § 1, vermelden de attracties en uitgebate vestigingen met de nauwkeurige vermelding van de aard en de identificatie, indien zij zich op eigen kracht voortbewegen, door middel van hun nummer van de kentekenplaat of, in het andere geval, door dit van de kentekenplaat van het voertuig welke hen vervoert.
Art. 3. Les autorisations visées aux articles 1, § 1 et 2, § 1, mentionnent les attractions et les établissements exploités, en précisent le genre et les identifient, si elles sont autotractantes, par leur numéro de plaque minéralogique ou, dans le cas contraire, par celui de la plaque minéralogique du véhicule qui les transportent.