Daar de in het geding zijnde bepaling geen rekening houdt met het wezenlijke verschil in situaties tussen de werknemers die zijn tewerkgesteld in het kader van een enkele arbeidsovereenkomst en de werknemers die zijn tewerkgesteld in het kader van meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten, brengt zij, indien zij wordt geïnterpreteerd zoals in B.2.1 wo
rdt aangegeven, een identieke behandeling tot stand die niet
bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met clausule 4 van de kaderovereenkomst inzake deeltijdarbeid die het voorwer
...[+++]p uitmaakt van de richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997.
Dès lors qu'elle ne prend pas en considération la différence essentielle de situations entre les travailleurs occupés dans le cadre d'un seul contrat de travail et les travailleurs occupés dans le cadre de plusieurs contrats de travail à temps partiel, la disposition en cause, si elle est interprétée comme indiqué en B.2.1, crée une identité de traitement qui n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec la clause 4 de l'accord-cadre sur le travail à temps partiel faisant l'objet de la directive 97/81/CE du Conseil du 15 décembre 1997.