Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling tussen de werknemers die een medisch of paramedisch beroep uitoefenen op wie artikel 164, tweede lid, van de voormelde wet van 14 juli 1994 van toepassing is, en alle andere werknemers die, op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978, alleen aansprakelijk zijn voor hun bedrog of zware fout, alsook voor hun gewoonlijke lichte fouten.
La Cour est interrogée sur la différence de traitement entre les salariés exerçant une profession médicale ou paramédicale à qui s'applique l'article 164, alinéa 2, de la loi du 14 juillet 1994 précitée, et tous les autres salariés qui, en vertu de l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978, ne répondent que de leur dol et de leur faute lourde ainsi que de leurs fautes légères habituelles.