Overwegende dat de ervaring en deskundigheid die in de Gemeenschap, inzonderheid op het vlak van samenwerking tussen de universiteiten onderling en studentenuitwisseling alsmede samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven zijn opgedaan, zijn aangewend om samenwerking en mobiliteit tussen de Gemeenschap en de landen van Midden- en Oost-Europa op het gebied van het hoger onderwijs op gang te brengen en om wederzijds nuttige contacten op onderwijs- en opleidingsgebied te bevorderen;
considérant que l'expérience et les connaissances acquises dans la Communauté, notamment dans le domaine de la coopération interuniversités et les échanges d'étudiants, ainsi que de la coopération industrie-université, ont été mises à profit pour développer la coopération et la mobilité entre la Communauté et les pays d'Europe centrale et orientale dans le domaine de l'enseignement supérieur et pour encourager des contacts mutuellement avantageux dans le domaine de l'éducation et de la formation;