In haar periodieke verslagen heeft de Commissie vier hoofdgebieden beschreven die van belang zijn voor minderheden, namelijk het feit dat zij geen rechtspersoonlijkheid bezitten, hun beperkte eigendomsrechten, de bemoeienis van de staat met het beheer van hun stichtingen en het verbod op het opleiden van geestelijken.
Dans ses rapports réguliers, la Commission a identifié quatre grands domaines préoccupants pour les minorités religieuses, à savoir leur manque de personnalité juridique, la limitation de leurs droits de propriété, l’interférence de l’État dans la gestion de leur communauté et l’interdiction de la formation du clergé.