- De ontstentenis, vóór de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, van de mogelijkheid tot bestraffing van een lasthebber van een werkgever voor feiten waarvoor de werkgevers of hun aangestelden op grond van de in het geding zijnde bepaling wel strafbaar kunnen worden gesteld, is in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
- Le défaut, avant la loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l'emploi, de la possibilité de sanctionner le mandataire d'un employeur pour des faits pour lesquels les employeurs ou leurs préposés peuvent quant à eux être sanctionnés, sur la base de la disposition en cause, est contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.