Om de personeelsbezetting te bepalen wordt rekening gehouden met al de werknemers van de onderneming, voor zover zij arbeid verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst (werklieden, bedienden, met inbegrip van de kaderleden en degenen die met een leidende functie belast zijn en die een arbeidsovereenkomst hebben, handelsvertegenwoordigers, schippers, zeelieden en huisarbeiders) of een leerovereenkomst, zelfs wanneer zij bijvoorbeeld door ziekte of ongeval afwezig zijn.
Pour déterminer l'effectif du personnel, entrent en ligne de compte, tous les travailleurs engagés dans les liens d'un contrat de travail (les ouvriers, les employés y compris les membres du personnel de cadres et ceux chargés d'un poste de direction ayant un contrat de travail, représentants de commerce, bateliers, marins et travailleurs à domicile) ou d'un contrat d'apprentissage, même s'ils sont absents par exemple pour cause de maladie ou d'accident.