3. De coördinator kan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de moederonderneming haar hoofdkantoor heeft en die niet zelf het aanvullende toezicht overeenkomstig artikel 10 uitoefenen, verzoeken om van de moederonderneming alle informatie te vragen die relevant is voor de uitoefening van zijn coördinatietaken als omschreven in artikel 11, en die informatie aan hem door te geven.
3. Le coordinateur peut inviter les autorités compétentes de l'État membre où une entreprise mère a son siège social et qui n'exercent pas elles-mêmes la surveillance complémentaire conformément à l'article 10 à demander à l'entreprise mère de leur fournir toutes informations utiles à l'accomplissement de sa mission de coordination, telle qu'elle est définie à l'article 11, et à lui communiquer lesdites informations.