Daartoe houdt de inrichtende macht inzonderheid rekening met de bepalingen van het voormelde decreet van 24 juli 1997 voor het leerplichtonderwijs, van het voormelde decreet van 16 april 1991 voor het onderwijs voor sociale promotie en voor het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan, met het voormelde decreet van 2 juni 1998, met het opvoedingsproject, het pedagogisch project en het inrichtingsproject.
Dans ce cadre, le pouvoir organisateur prend notamment en considération les dispositions du décret du 24 juillet 1997 précité pour l'enseignement obligatoire, du décret du 16 avril 1991 précité pour l'enseignement de promotion sociale et pour l'enseignement secondaire artistique à horaire réduit le décret du 2 juin 1998 précité, le projet éducatif, le projet pédagogique et le projet d'établissement.