2. a) Moeten de onderzoekende belastingambtenaren, belast met het onderzoek van een " laattijdig" bezwaarschrift de reclamanten of de verzoeksters en/of hun gevolmachtigden - indien door deze laatsten gevraagd - uitnodigen om te worden gehoord in de zin van artikel 374, derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wetende dat een " laattijdig" bezwaarschrift zonder meer als " onontvankelijk" dient te worden aangemerkt en dat de
uitoefening van het hoorrecht derhalve toch irrelevant is? b) Of, kan of moet de eventuele uitoefening van het hoorrecht uiteindelijk dan toch worden aanzien als een rechtstreekse of een onrechts
...[+++]treekse erkenning van een geldig verzoekschrift in het kader van een ambtshalve ontheffing in de zin van artikel 376, § 1 WIB 1992?2. a) Sachant qu'une " réclamation tardive " doit sans plus être déclarée " irrecevable " et que l'exercice du droit d'être entendu n'est donc de toute façon pas pertinent, les fonctionnaires du fisc en charge de l'examen d'une réclamation " tardive " doivent-ils inviter les réclamants ou les demandeurs et/ou leurs représentants - si ces derniers le demandent - à être entendus au sens de l'article 374, troisième
alinéa du Code des impôts sur les revenus 1992? b) Ou, peut-on ou faut-il finalement quand même considérer l'éventuel exercice du droit d'être entendu comme la reconnaissance directe ou indirecte de la validité d'une requêt
...[+++]e dans le cadre d'un dégrèvement d'office au sens de l'article 376, § 1er du CIR 1992?