D
e voorgedragen personen kun
nen « niet afkomstig zijn uit dezelfde instellingen als die wa
aruit de aftredende leden afkomstig waren
» (artikel 28, § 1, tweede lid, eerste zin, van het decreet van 7 november 20
13) en minstens een derde ervan moet in beginsel
« van ver ...[+++]schillend geslacht zijn als de andere voor die categorie voorgedragen personen » (artikel 28, § 1, zesde lid, van hetzelfde decreet).
Les personnes proposées « ne peuvent être [issues] des mêmes établissements que ceux dont étaient issus les membres sortants » (article 28, § 1, alinéa 2, première phrase, du décret du 7 novembre 2013) et un tiers d'entre elles au moins doit, en principe, être d'un « genre différent des autres personnes proposées pour cette catégorie » (article 28, § 1, alinéa 6, du même décret).