In het advies nr. 41.161/2/V, gegeven op 9 augustus 2006, heeft de Raad van State geoordeeld dat de Regering ten onrechte gebruik maakt van de hoogdringend procedure om een advies te bekomen binnen een termijn van 5 dagen omwille van het feit dat uit de voorafgaande procedure blijkt dat die hoogdringendheid onbestaande is.
Dans son avis nr. 41.161/2/V, donné le 9 août 2006, le Conseil d'Etat a estimé que le Gouvernement fait usage à tort de la procédure d'urgence pour obtenir un avis dans le délai de cinq jours du fait qu'il ressort de la procédure préalable que cette urgence est inexistante.