1. Elke lidstaat erkent, ten aanzien van onderdanen van de lidstaten van wie de opleidingstitels van verlos
kundige aan alle in artikel 47 vastgestelde minimumopleidingseise
n voldoen, maar uit hoofde van artikel 49 alleen mogen worden erkend indien ze vergezeld gaan van het in artikel 49 , lid 2, bedoelde bewijs van praktijkervaring, als genoegzaam bewijs de door deze lidstaten vóór de in bijlage V, punt 5.5.2 , bedoelde referentiedatum afgegeven opleidingstitels, op voorwaarde dat zij vergezeld gaan van een verklaring waarin wordt beves
tigd dat d ...[+++]e houders ervan de betrokken werkzaamheden tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van de verklaring voorafgaan gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze hebben uitgeoefend.1. Chaque Etat membre reconnaît comme preuve suffisante pour les ressortissants des Etats membres dont les titres de formation de sage-femme répondent à l'ensemble des exigences minimales de fo
rmation prévues à l'article 47 mais qui, en vertu de l'article 49 , ne doivent être reconnus que s'ils sont accompagnés de l'attestation de pratique pr
ofessionnelle visée audit article 49 , paragraphe 2, les titres de formation délivrés pa
r ces Etats membres avant la date d ...[+++]e référence visée à l'annexe V, point 5.5.2 , accompagnés d'une attestation certifiant que ces ressortissants se sont consacrés effectivement et licitement aux activités en cause pendant au moins deux années consécutives au cours de cinq années précédant la délivrance de l'attestation.