Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
appelant
verzoekster in hoger beroep
Beroep in cassatie
Eiser in hoger beroep
Gedaagde in hoger beroep
Geïntimeerde
Hof van beroep
Hof van cassatie
Hoge Raad der Nederlanden
Hoger beroep
Hogere rechtspraak
Jeugdrechter in hoger beroep
Oppergerechtshof
Opperste gerechtshof
Rechter in hoger beroep
Rechtsmiddel
Verweerder in hoger beroep

Traduction de «hoger beroep instelt » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
gedaagde in hoger beroep | verweerder in hoger beroep

défendeur en appel


(1) appelant | (2) verzoekster in hoger beroep | eiser in hoger beroep

partie appelante


(?) verweerder in hoger beroep | gedaagde in hoger beroep | geïntimeerde (?)

partie intimée


rechtsmiddel [ beroep in cassatie | hoger beroep ]

voie de recours [ appel en justice | pourvoi | pourvoi en cassation | recours en révision ]




jeugdrechter in hoger beroep

juge d'appel de la jeunesse




hogere rechtspraak [ hof van beroep | hof van cassatie | Hoge Raad der Nederlanden | oppergerechtshof | opperste gerechtshof ]

juridiction supérieure [ cour d'appel | Cour de cassation | Cour suprême | tribunal des conflits ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
« Schenden artikel 39, 40 en 1056 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, doordat het hoger beroep onontvankelijk is ten aanzien van een geïntimeerde die woonplaats of verblijfplaats in het buitenland heeft en die keuze van woonst heeft gedaan in België, wanneer de appellant deze woonstkeuze miskent en hoger beroep instelt bij gerechtsdeurwaardersexploot, terwijl dit hoger beroep met miskenning van de woonstk ...[+++]

« Les articles 39, 40 et 1056 du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'appel est irrecevable dans le cas d'un intimé qui a son domicile ou sa résidence à l'étranger et qui a fait élection de domicile en Belgique, lorsque l'appelant méconnaît cette élection de domicile et forme appel par exploit d'huissier de justice alors que cet appel interjeté en méconnaissance du domicile élu en Belgique d'un intimé qui a son do ...[+++]


« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aangezien het Grondwettelijk Hof bij het arrest nr. 113/2016 van 22 september 2016 voor recht heeft gezegd dat artikel 162bis, tweede lid, de artikelen 10 en 11 van de Gron ...[+++]

« L'article 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où la partie civile, qui n'a pas pris l'initiative de la poursuite et qui interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, ne peut être condamnée à l'indemnité de procédure si elle succombe en degré d'appel, dès lors que par arrêt n° 113/2016 du 22 septembre 2016, la Cour constitutionnelle a dit pour droit que l'article 162bis, alinéa 2, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne permet pas au juge répressif d'accorder au ...[+++]


In de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld.

La question préjudicielle interroge la Cour sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle dans la mesure où la partie civile, qui n'a pas pris l'initiative de la poursuite et qui interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, ne peut pas être condamnée à l'indemnité de procédure si elle succombe en degré d'appel.


De in het geding zijnde bepaling, die ten gunste van de beklaagde een rechtsplegingsvergoeding ten laste legt van de burgerlijke partij die een vordering instelt door middel van een rechtstreekse dagvaarding, zonder ze ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie noch door de beklaagde, hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, is niet redelijk verantwoord.

La disposition en cause qui met à charge de la partie civile qui introduit une action par citation directe une indemnité de procédure au bénéfice du prévenu, sans la mettre à charge de la partie civile qui, sans être précédée ou suivie à cet égard ni par le ministère public ni par le prévenu, interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, n'est pas raisonnablement justifiée.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Schenden artikel 39, 40 en 1056 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, doordat het hoger beroep onontvankelijk is ten aanzien van een geïntimeerde die woonplaats of verblijfplaats in het buitenland heeft en die keuze van woonst heeft gedaan in België, wanneer de appellant deze woonstkeuze miskent en hoger beroep instelt bij gerechtsdeurwaardersexploot, terwijl dit hoger beroep met miskenning van de woonstk ...[+++]

« Les articles 39, 40 et 1056 du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'appel est irrecevable dans le cas d'un intimé qui a son domicile ou sa résidence à l'étranger et qui a fait élection de domicile en Belgique, lorsque l'appelant méconnaît cette élection de domicile et forme appel par exploit d'huissier de justice alors que cet appel interjeté en méconnaissance du domicile élu en Belgique d'un intimé qui a son do ...[+++]


Het criterium van onderscheid met betrekking tot de termijnen om een principaal hoger beroep in te stellen, berust op diegene die het hoger beroep instelt.

En ce qui concerne les délais prévus pour former appel principal, le critère de distinction repose sur la qualité de l'appelant.


De in het geding zijnde bepaling, die ten gunste van de vrijgesproken beklaagde en de burgerrechtelijk aansprakelijke een rechtsplegingsvergoeding ten laste legt van de burgerlijke partij die een vordering instelt door middel van een rechtstreekse dagvaarding, zonder ze ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een vonnis dat is gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie ten gunste van de vrijgesproken beklaagde en de burgerrechtelijk aansprakelijke, is niet redelijk verantwoord.

La disposition en cause qui met à charge de la partie civile qui introduit une action par citation directe une indemnité de procédure au bénéfice du prévenu acquitté et du civilement responsable, sans la mettre à charge de la partie civile qui, sans être précédée ou suivie à cet égard par le ministère public, interjette appel d'un jugement rendu sur une action publique introduite par le ministère public au bénéfice du prévenu acquitté et du civilement responsable, n'est pas raisonnablement justifiée.


De burgerlijke partij die als enige hoger beroep instelt tegen een vrijsprekend vonnis wanneer de strafvordering werd ingesteld door het openbaar ministerie, neemt het initiatief tot een nieuwe aanleg, ook al heeft zij niet het initiatief genomen tot de in eerste aanleg ingestelde vordering en heeft zij haar initiële vordering bij de strafvordering doen aansluiten.

La partie civile qui, seule, interjette appel d'un jugement d'acquittement lorsque l'action publique a été intentée par le ministère public prend l'initiative d'une nouvelle instance, même si elle n'est pas à l'origine de l'action introduite en première instance et qu'elle a greffé son action initiale sur l'action publique.


Aan het Hof wordt een vraag gesteld over het verschil in behandeling tussen de schuldeiser, die enkel tegen de schuldenaar een hoger beroep kan instellen betreffende een vonnis dat een plan van gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord homologeert en, enerzijds, de partij die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij wordt geweigerd het genoemde plan te homologeren en die zijn hoger beroep moet instellen tegen alle partijen die tijdens de reorganisatieprocedure bij verzoekschrift zijn tussengekomen (eerste onderdeel van de vraag) alsook, anderzijds, de appellant die, in het kader van een onsplitsbaar geschil, krachtens ...[+++]

La Cour est interrogée sur la différence de traitement entre le créancier, qui peut former appel d'un jugement homologuant un plan de réorganisation judiciaire par accord collectif contre le seul débiteur, et, d'une part, la partie qui interjette appel d'un jugement refusant d'homologuer ledit plan et qui doit diriger son appel contre toutes les parties étant intervenues au cours de la procédure de réorganisation par voie de requête (première branche de la question) ainsi que, d'autre part, l'appelant qui, dans le cadre d'un litige indivisible, doit, en vertu de l'article 1053 du Code judiciaire, diriger son appel contre toutes les parti ...[+++]


De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de termijn waarin het tweede lid van die bepaling voorziet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre de inverdenkinggestelde die hoger beroep instelt (« verzet doet ») tegen de beschikking waarbij de raadkamer de opschorting gelast, voor wat de gerechtskosten betreft, slechts over een termijn van vierentwintig uur beschikt, terwijl een partij die hoger beroep instelt tegen dezelfde beschikking, voor wat de regeling van de burgerlijke belangen betreft, over een termijn van vijftien dagen beschikt.

La question préjudicielle a pour objet de demander à la Cour si le délai prévu par l'alinéa 2 de cette disposition viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que l'inculpé qui interjette appel de (fait « opposition » à) l'ordonnance de la chambre du conseil prononçant la suspension, en ce qui concerne les frais de justice, ne dispose que d'un délai de 24 heures, alors qu'une partie qui interjette appel de la même ordonnance, en ce qui concerne le règlement des intérêts civils, dispose d'un délai de 15 jours.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hoger beroep instelt' ->

Date index: 2023-12-14
w