Het verlies van het grondwettelijk karakter van het verdrag, de schrapping van de titel 'minister van Buitenlandse Zaken' voor de hoge vertegenwoordiger, het feit dat het niet gelukt is de suprematie van het Gemeenschapsrecht in het verdrag op te nemen, het verlies van de symbolen en de talrijke uitzonderingsbepalingen en vrijstellingen voor bepaalde lidstaten betekenen dat het percentage – laat het 90 procent zijn of een ander getal – voor die lidstaten zelfs nog lager uitvalt.
L’abandon de l’appellation constitutionnelle du traité, le fait de ne pas transformer le titre de haut-représentant en ministre des affaires étrangères, le fait de ne pas mentionner dans le traité la suprématie du droit communautaire, l’abandon des symboles et les multiples dérogations et options de sortie accordées à certains États membres aboutissent à ce que, pour ces États membres, le pourcentage de similitude - qu’il se situe à 90 % ou à n’importe quel autre niveau - est encore inférieur.