Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "hof de betwiste identieke behandeling bestaanbaar " (Nederlands → Frans) :

In het tweede deel van die vraag ondervraagt de verwijzende rechter het Hof over de identieke behandeling van de ziekenhuizen die beschikken over een fysiotherapiedienst en de ziekenhuizen die niet over een dergelijke dienst beschikken, in zoverre de fysiotherapieverstrekkingen zijn opgenomen in de berekening van de referentiebedragen.

Dans la seconde partie de cette question, le juge a quo interroge la Cour au sujet du traitement identique des hôpitaux possédant un service de physiothérapie et des hôpitaux ne possédant pas un tel service, dans la mesure où les prestations de physiothérapie sont incluses dans le calcul des montants de référence.


Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verzet zich tegen de niet redelijk verantwoorde identieke behandeling van categorieën van personen die zich ten aanzien van de betwiste maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden.

Le principe d'égalité et de non-discrimination de la Constitution s'oppose au traitement identique non raisonnablement justifié de catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure contestée, sont essentiellement différentes.


Het Hof dient te beoordelen of het verschil in behandeling tussen, enerzijds, het openbaar ministerie en de burgerlijke partij, die onmiddellijk een cassatieberoep kunnen instellen tegen een arrest van buitenvervolgingstelling en, anderzijds, de inverdenkinggestelde, die geen onmiddellijk cassatieberoep kan instellen tegen een verwijzingsarrest, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Il appartient à la Cour de juger si la différence de traitement entre, d'une part, le ministère public et la partie civile, qui peuvent former un pourvoi en cassation immédiat contre un arrêt de non-lieu, et, d'autre part, l'inculpé, qui ne peut former un pourvoi en cassation immédiat contre un arrêt de renvoi, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme.


In zoverre zij ertoe strekt van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepaling niet toestaat dat het kind de naam van de moeder of de naam van de vader en die van de moeder draagt wanneer de afstamming van vaderszijde en de afstamming van moederszijde tegelijkertijd vaststaan en de vader het niet eens is met de toekenning van de naam van de moeder of van de naam van beide ouders, h ...[+++]

En ce que la Cour est interrogée sur la compatibilité de la disposition en cause avec les articles 10, 11 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que cette disposition ne permet pas que l'enfant porte le nom de la mère ou le nom du père et de la mère lorsque la filiation paternelle et la filiation maternelle sont établies en même temps et qu'il n'y a pas accord du père sur l'attribution du nom de la mère ou du nom des deux parents, la question préjudicielle porte sur un point de droit tranché par l'arrêt n° 2/2016.


De bewoordingen van de derde prejudiciële vraag geven niet aan of het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de grondwettigheid van een verschil in behandeling dan wel over die van een identieke behandeling.

Le libellé de la troisième question préjudicielle n'indique pas si la Cour est invitée à statuer sur la constitutionnalité d'un traitement différent ou sur celle d'un traitement identique.


Met het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of de wet van 22 november 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij een zekerheidstelling mogelijk maakt voor in rechte betwiste schuldvorderingen ten aanzien van herstructurerende vennootschappen (artikelen 684 en 766 van het Wetboek van vennootschappen), terwijl niet in diezelfde mogelijkheid werd voorzien wat betreft in rechte betwiste vorderingen ten aanzien van de besloten vennootschap met beperk ...[+++]

Dans la seconde branche de la question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si la loi du 22 novembre 2013 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle permet d'exiger de sociétés en restructuration une sûreté pour des créances faisant l'objet d'une réclamation introduite en justice (articles 684 et 766 du Code des sociétés), alors que cette possibilité n'est pas prévue pour les créances faisant l'objet d'une réclamation en justice contre des sociétés privées à responsabilité limitée qui décident de procéder à une réduction de capital (article 317 du Code des sociétés).


Het Hof moet nog onderzoeken of artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22bis van de Grondwet, in het geval waarin de vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap betrekking heeft op een kind dat de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt.

La Cour doit encore examiner la compatibilité de l'article 318, § 2, alinéa 1, du Code civil avec l'article 22bis de la Constitution, dans l'hypothèse où l'action en contestation de la présomption de paternité concerne un enfant qui n'a pas atteint l'âge de douze ans.


De omstandigheid dat categorieën van personen op identieke wijze worden behandeld, is enkel bestaanbaar met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie voor zover die identieke behandeling betrekking heeft op situaties die niet wezenlijk verschillend zijn of voor zover de identieke behandeling van wezenlijk verschillende situaties redelijk verantwoord is.

La circonstance que des catégories de personnes soient traitées de manière identique n'est dès lors compatible avec le principe d'égalité et de non-discrimination que pour autant que cette identité de traitement concerne des situations qui ne sont pas essentiellement différentes ou que le traitement identique de situations essentiellement différentes soit raisonnablement justifié.


Het Hof dient dan ook te onderzoeken of de vergeleken categorieën op identieke wijze worden behandeld, of hun situaties wezenlijk verschillend zijn en of er, in voorkomend geval, een redelijke verantwoording voor die identieke behandeling bestaat.

La Cour doit dès lors examiner si les catégories comparées sont traitées de manière identique, si leurs situations sont essentiellement différentes et s'il existe, le cas échéant, une justification raisonnable à cette identité de traitement.


Met zijn tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap die door het kind is ingesteld onontvankelijk is zodra er tussen dat kind en zijn wettige vader een bezit van staat bestaat.

Par la seconde question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 318, § 1, du Code civil avec l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité introduite par l'enfant est irrecevable dès qu'existe entre cet enfant et son père légal une possession d'état.


w