4) Hoever liggen deze cijfers verwijderd van de belangrijke doelstelling van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid dat één op drie bestuurders moet gecontroleerd worden op rijden onder invloed en hoe denkt men deze kloof te overbruggen?
4) Ces chiffres sont-ils sensiblement éloignés de l'objectif majeur des États généraux de la sécurité routière selon lequel il faudrait contrôler un conducteur sur trois, et comment envisage-t-on de combler ce fossé?