3. a) Controleert het OM eveneens of er al dan niet sprake was van een schijnhuwelijk? b) Zo ja, de afgelopen vijf jaar: hoeveel keer weigerde het OM of de zetelende rechter een EOT te laten doorgaan om deze reden en hoe vaak besloot het een onderzoek naar schijnhuwelijken in te stellen?
3. a) Le MP vérifie-t-il également qu'il ne s'agissait pas d'un mariage de complaisance? b) Dans l'affirmative, combien de fois, au cours des cinq dernières années, le MP ou le juge a-t-il fait obstacle à un DCM pour ce motif et dans combien de cas ce refus a-t-il donné lieu à l'ouverture d'une enquête pour mariage de complaisance?