3. Hoeveel mensen zijn in de periode 2000-2004, opgesplitst per jaar, gewest en geslacht, met pensioen gegaan die gedurende meer dan 30, respectievelijk 35 en 40 jaar aan een stuk een werkloosheidsvergoeding hebben genoten?
3. Combien de personnes ont pris leur retraite au cours de la période 2000-2004 après avoir bénéficié d'allocations de chômage pendant une période ininterrompue de plus de 30 ou même de 35 et 40 ans (par année, par région et par sexe)?