28. wijst erop dat bepaalde agentschappen vanwege hun geringe omvang moeite hebben om ad hoc-tuchtcommissies samen te stellen bestaande uit personeel met een passende rang en dat het Bureau voor onderzoek en disciplinaire maatregelen van de Commissie (IDOC) niet bevoegd is voor de agentschappen; verzoekt de agentschappen om de oprichting van een gemeenschappelijke tuchtraad voor de verschillende agentschappen te overwegen;
28. constate que, en raison de leur taille, les agences éprouvent des difficultés à mettre sur pied des conseils de discipline composés d'agents des catégories appropriées et que l'Office d'investigation et de discipline de la Commission (IDOC) n'est pas compétent pour les agences; invite les agences à envisager la possibilité de mettre sur pied un conseil de discipline commun;