27. merkt op dat de lidstaten vaak op hindernissen stuiten bij de vervolging van frauderende exploitanten van levensmiddelenbedrijven met grensoverschrijdende activiteiten binnen de EU, vanwege rechtsbevoegdheidskwesties; betreurt dat de lidstaten niet systematisch met Europol samenwerken in gevallen van grensoverschrijdende voedselfraude, maar vaak bilateraal te werk gaan;
27. constate que les États membres rencontrent souvent des difficultés pour poursuivre en justice les exploitants du secteur alimentaire se livrant à des activités frauduleuses et évoluant dans un cadre européen transfrontalier, à cause de problèmes de compétence; déplore que les États membres ne coopèrent pas systématiquement avec Europol dans les dossiers transfrontaliers de fraude alimentaire, mais travaillent de manière bilatérale;