Overeenkomstig artikel 61, § 2, van dezelfde wet, kan de Minister van Binnenlandse Zaken of de Dienst Vreemdelingenzaken
de vreemdeling die gemachtigd werd om in België te verblijven teneinde er te studeren, het bevel geven om het grondgebied te verlaten indien hij na afloop van zijn studies zijn v
erblijf verlengt en niet meer in het bezit is van een regelmatige verblijfstitel, indien hij geen bewijs meer aanbrengt dat hij over voldoende middelen van bestaan
beschikt of indien hijzelf ...[+++] of een lid van zijn familie dat met hem samenleeft ten belope van een welbepaald bedrag financiële steun heeft genoten, verleend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
En vertu de l'article 61, § 2, de la même loi, le Ministre de l'Intérieur ou l'Office des étrangers peut donner l'ordre de quitter le territoire à l'étranger autorisé à séjourner en Belgique pour y faire des études s'il prolonge son séjour au-delà du temps des études et n'est plus en possession d'un titre de séjour régulier, s'il n'apporte plus la preuve qu'il possède des moyens de subsistance suffisants ou si lui-même ou un membre de sa famille qui vit avec lui a bénéficié d'une aide financière d'un certain montant, octroyée par un centre public d'aide sociale.