Het ontworpen besluit werd bovendien aangepast aan de opmerking die geformuleerd werd door de Raad van State in het advies dat hij uitgebracht heeft op 6 juli 1998, volgens welke de regel vermeld in artikel 2, a), van het voormelde koninklijk besluit nr. 14 van 22 mei 1996, namelijk dat de verwerking van persoonsgegevens slechts kan gebeuren met de uitdrukkelijke toestemming van de betrokken persoon die deze toestemming ten allen tijde kan intrekken zonder hiervoor een wettiging te moeten geven, herhaald zou moeten worden.
L'arrêté en projet a par ailleurs été adapté à l'observation formulée par le Conseil d'Etat dans l'avis qu'il a émis le 6 juillet 1998, selon laquelle il conviendrait de rappeler la règle énoncée à l'article 2, a), de l'arrêté royal n° 14 du 22 mai 1996 précité, à savoir que le traitement de données à caractère personnel ne peut avoir lieu qu'avec le consentement explicite de la personne concernée qui peut le retirer à tout moment sans devoir en justifier le motif.