In afwijking van artikel 210, § 2 en § 3 kan het lid van het arbeiderspersoneel dat slachtoffer is van een gewelddaad, na 31 januari van het lopende school- of academiejaar waarin hij slachtoffer werd, een verzoek indienen tot wijziging van aanstelling voor het volgende school- of academiejaar of de reeds meegedeelde keuze van instelling(en) wijzigen op voorwaarde dat door bovengenoemde externe dienst voor preventie en bescherming op het werk erkend werd dat hij niet in staat is om zijn ambt(en) te blijven uitoefenen in de instelling waar hij slachtoffer geworden is van een gewelddaad.
Par dérogation à l'article 210, §§ 2 et 3, le membre du personnel ouvrier victime d'un acte de violence peut, après le 31 janvier de l'année scolaire ou académique au cours de laquelle il a été victime, introduire une demande de changement d'affectation pour l'année scolaire ou académique suivante ou modifier le choix d'établissement(s) déjà exprimé à condition qu'il ait été reconnu incapable de poursuivre sa (ses) fonction(s) dans l'établissement dans lequel il a été victime d'un acte de violence par le service externe de prévention et de protection au travail précité.