Art. 15. § 1. Voor elke overleden mag door de bedienaar van de eredienst of adjunct moreel consulent een herdenkingsplechtigheid gehouden worden, voor zover hij, op het, in bijlage van artikel 16 van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, gevoegde formulier, heeft aangeduid deze eredienst te willen beoefenen of het bezoek van een adjunct moreel consulent te wensen.
Art. 15. § 1. Le ministre du culte ou le conseiller moral adjoint peut, pour tout détenu décédé, procéder à une commémoration, pour autant que celui-ci ait signalé son désir de pratiquer ce culte ou d'avoir la visite du conseiller moral adjoint par le biais du formulaire annexé à l'article 16 de l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement général des établissements pénitentiaires.