Art. 22. Ingeval de voorzitter of een lid van de Raad, om persoonlijke redenen, vóór de afloop van zijn mandaat hieraan een einde wenst te stellen, moet hij hiertoé een vraag indienen, waaraan slechts gunstig gevolg kan gegeven worden zolang niet in zijn vervanging voorzien is.
Art. 22. Lorsque, pour des raisons personnelles, le président ou un membre du Conseil veut mettre fin à son mandat avant l'expiration de celui-ci, il doit en faire la demande, à laquelle une suite favorable ne peut être donnée tant qu'il n'a pas été pourvu à son remplacement.