De magistraat kan hierbij toepassing maken van de artikelen 28ter, § 4, eerste lid, en 56, § 3, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, waarbij hij bovendien reeds kan handelen in de geest van artikel 158 van de organieke wet.
A cette occasion le magistrat peut appliquer les articles 28ter, § 4, premier alinéa, et 56, § 3, premier alinéa, du Code d'instruction criminelle, avec la possibilité supplémentaire pour lui d'agir déjà dans l'esprit de l'article 158 de la loi organique.