Hij beoogde in eerste instantie een uniform stelsel van belastingverminderingen bij gemeenschappelijke aanslagen voor zowel de energiebesparende uitgaven (artikel 145/24, § 1, van het WIB 1992), als voor de uitgaven met betrekking tot een passiefhuis ( § 2) en voor de interesten met betrekking tot bepaalde « groene leningen » ( § 3) (Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-1788/001, p. 8).
Il visait en premier lieu à instaurer un système uniforme de réductions d'impôt en cas d'imposition commune, et ce tant pour les dépenses destinées à économiser l'énergie (article 145/24, § 1, du CIR 1992) que pour les dépenses relatives à une maison passive ( § 2) et pour les intérêts relatifs à certains « prêts verts » ( § 3) (Doc. parl., Chambre, 2008-2009, DOC 52-1788/001, p. 8).