Hieruit vloeit automatisch voort dat de aangezochte partij bevoegd is om de onderlinge bijstand met het oog op onderzoek te verlenen en voorlopige maatregelen te nemen zelfs in gevallen waarin kan worden voorzien dat de samenwerking volgens artikel 13 zal worden toegestaan krachtens paragraaf 1.b.
Il en résulte automatiquement que la Partie requise est compétente pour accorder l'entraide aux fins d'investigation et prendre des mesures provisoires même dans des cas où l'on peut prévoir que la coopération aux termes de l'article 13 sera accordée en vertu du paragraphe 1, b).