Overwegende dat de lidstaten, krachtens het Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (herzien), opgemaakt in Valletta, op 16 januari 1992, goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bij de ordonnantie van 20
mei 1994, de plicht hebben om een rechtsregeling uit te werken voor de bescherming van het archeologische erfgoed, meer bepaald door middel va
n procedures die de toelating en de controle van de opgravingen bepalen, en om erop toe te zien dat het archeologische onderzoekswerk enkel door gekwalifi
ceerde per ...[+++]sonen die hiertoe uitdrukkelijk gemachtigd zijn, wordt uitgevoerd;
Considérant qu'en vertu de la Convention européenne pour la protection du patrimoine archéologique (révisée) faite à La Valette, le 16 janvier 1992, approuvée pour la Région de Bruxelles-Capitale par l'ordonnance du 20 mai 1994, il incombe aux Etats membres de mettre en oeuvre un régime juridique de protection du patrimoine archéologique notamment des procédures d'autorisation et de contrôle des fouilles, et de veiller à ce que les recherches archéologiques ne soient pratiquées que par des personnes qualifiées et spécialement habilitées;