De lidstaten moeten beslissen of zij de landbouwers de mogelijkheid willen bieden om gelijkwaardige praktijken en de in deze verordening vastgelegde vergroeningspraktijken te gebruiken, opdat de landbouwer praktijken volgt die het best geschikt zijn om de doelstellingen van de maatregel te verwezenlijken en dienen zij hun beslissing hierover aan de Commissie mee te delen.
Les États membres devraient décider s'il y a lieu de donner aux agriculteurs la possibilité d'utiliser des pratiques équivalentes et les pratiques de verdissement instaurées par le présent règlement afin de leur imposer de recourir aux pratiques les mieux adaptées pour atteindre les objectifs de la mesure, et ils devraient notifier leur décision à la Commission.