Indien de bestaansminimumgerechtigde, die in de privé-onderneming wordt tewerkgesteld bij toepassing van artikel 61 van voormelde wet van 8 juli 1976, tewerkgesteld is in het kader van een erkende arbeidspost in de zin van artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van de langdurig werklozen, kan de in de vorige paragrafen bedoe
lde toelage slechts verkregen worden voor de begeleidings- en/of vormingskosten gemaakt door het openbaar centrum voor maatsch
...[+++]appelijk welzijn zelf en/of een derde die het centrum hiermee heeft belast.Lorsqu'un bénéficiaire du minimum de moyens d'existence, mis au travail dans l'entreprise privée en application de l'article 61 de la loi du 8 juillet 1976 précitée, est mis au travail dans le cadre d'un poste de travail reconnu au sens de l'article 2 de l'arrêté royal du 8 août 1997 d'exécution de l'article 7, § 1, alinéa 3, m, de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs relatif à la réinsertion professionnelle des chômeurs de longue durée, la subvention visée aux paragraphes précédents ne peut être obtenue que pour les frais d'encadrement et/ou de formation du centre public d'aide sociale lui-même et/ou du tiers chargé de l'encadr
ement et/ou de la formation pa ...[+++]r le centre.