Art. 3. § 1. In afwijking op de bepalingen van artikel 2, § 1, ontstaat, voor de seizoenwerknemers die bij eenzelfde werkgever verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, om arbeidsprestaties te leveren tussen 1 mei en 30 september van hetzelfde kalenderjaar, het recht op de betaling van één carenzdag telkens de werknemer 130 arbeidsdagen (5-dagen stelsel) of 156 arbeidsdagen (6-dagenstelsel) getotaliseerd heeft bij dezelfde werkgever voorafgaand aan de periode van arbeidsongeschiktheid.
Art. 3. § 1 . En dérogation des dispositions de l'article 2 § 1 , les travailleurs saisonniers qui sont liés, auprès d'un même employeur, par un contrat de travail à durée déterminée prévoyant des prestations de travail entre le 1 mai et le 30 septembre de la même année civile, ont droit au paiement d'un jour de carence chaque fois qu'ils totalisent 130 jours de travail (régime des 5 jours/semaine) ou 156 jours de travail (régime des 6 jours/semaine) auprès du même employeur avant la période d'incapacité de travail.