De richtlijn zal leiden tot consolidatie van de jurisprudentie van het Hof van Justitie door aanpassing van de regels inzake de bewijslast in geval van discriminatie op grond van het geslacht in plaats van dat de eisende partij (werknemer) discriminatie moet bewijzen, hetgeen in de praktijk onoverkomelijke problemen met zich kan brengen, moet de verweerder (werkgever) een ogenschijnlijk verschil in behandeling rechtvaardigen.
La directive aurait pour effet de consolider la jurisprudence de la Cour de justice en aménageant la charge de la preuve en cas de discrimination fondée sur le sexe; cela signifie qu'au lieu que la partie demanderesse (travailleur) ait à prouver l'existence d'une discrimination, ce qui, dans la pratique, peut poser des problèmes insurmontables, il incomberait à la partie défenderesse (employeur) de justifier la différence de traitement apparente.