Ingeval de termijnen bedoeld in het eerste lid en het tweede lid verstrijken of beginnen te lopen tijdens de periode van drie maanden bedoeld in artikel 4, § 1, van de wet, dan worden deze termijnen gestuit en begint een nieuwe termijn, van zestig of vijftien dagen naargelang van het geval, te lopen vanaf de verklaring van hervatting van het geding bedoeld in artikel 20, § 2.
Lorsque les délais visés aux alinéas 1 et 2 expirent ou prennent cours pendant la période de trois mois visée à l'article 4, § 1, de la loi, ces délais sont interrompus et un nouveau délai de soixante ou de quinze jours, selon le cas, commence à courir à compter de la déclaration de reprise d'instance visée à l'article 20, § 2.