13. wijst op het belang van een volledig operationele interne markt voor energie voor het tot stand brengen van een grotere energiebevoorradingsautonomie; is van oordeel dat dit kan worden gerealiseerd middels een benadering van regionale clusters, alsmede middels diversifiëring van de energier
outes en -bronnen; onderstreept dat de infrastructuurvoorzieningen in Oost-Europa moeten worden verbeterd, teneinde deze op het niveau van de lidstaten in West-Europa te brengen; onderstreept dat de interne markt voor energie moet bijdragen aan het betaalbaar houden van energie voor zowel consumenten, als het bedrijfsleven; is van mening dat me
...[+++]t het oog op de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU een nieuwe benadering geboden is, met de toepassing van minimumaccijnstarieven voor CO2 -emissies en energie-inhoud; onderstreept de noodzaak van plannen voor een grotere energie-efficiëntie en van maatregelen voor het flink vergroten van de energiebesparingen; onderstreept de noodzaak van bevordering van zogenaamde „smart grids”, alsook van hernieuwbare energieën, en van het bevorderen van plaatselijke en regionale autoriteiten om in hun energie-efficiëntieplannen van ICT gebruik te maken; verzoekt de Commissie van nabij toezicht uit te oefenen op de tenuitvoerlegging van de richtlijnen inzake energie-etikettering, eco-design, vervoer, gebouwen en infrastructuur, teneinde tot een gemeenschappelijke Europese kaderbenadering te komen en te waarborgen;