Bedrijfsleiders kunnen de door hen werkelijk betaalde interest van schulden aangegaan bij derden voor het verkrijgen van aandelen, die een fractie van het maatschappelijk kapitaal van een binnenlandse vennootschap vertegenwoordigen waarvan zij in het belastbare tijdperk periodieke bezoldigingen ontvangen, als beroepskosten aftrekken (art. 52, 11º WIB 1992).
Les dirigeants d'entreprise peuvent déduire à titre de frais professionnels les intérêts effectivement payés de dettes contractées auprès de tiers en vue de l'acquisition d'actions ou parts représentatives d'une fraction du capital social d'une société résidente dont ils perçoivent périodiquement des rémunérations au cours de la période imposable (article 52, 11º, du CIR 1992).