« Art. 33. Wanneer bijzondere verbeurdverklaring kan worden toegepast, verzoekt de procureur des Konings de persoon bedoeld in artikel 14, § 1, en zijn ouders of de personen die het ouderlijk gezag over hem uitoefenen, binnen een bepaalde termijn afstand te doen van de in beslag genomen voorwerpen die hun eigendom zijn.
« Art. 33. Lorsqu'une confiscation spéciale peut être appliquée, le procureur du Roi demande à la personne visée à l'article 14, § 1, et à ses parents ou personnes qui exercent l'autorité parentale à son égard de faire avant un délai déterminé abandon des objets saisis qui sont leur propriété.