Op vraag nr. 153 van 7 december 1999 van de heer Cortois over de minderwaarde die een vennootschap geleden heeft tengevolge van de verkoop van aandelen in haar moedervennootschap aan een werknemer tegen een prijs die lager is dan de fiscale waarde van de aandelen, antwoordt de minister dat de bepalingen van artikel 198, eerste lid, 7° van het WIB 1992 toepasselijk zijn op de geleden minderwaarde (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 30, blz. 3544).
A la question n° 153 du 7 décembre 1999 deM. Cortois, qui visait le cas dans lequel une moins-value est actée à l'occasion de la vente par la société d'actions ou parts qu'elle détient dans sa société-mère à un travailleur pour un prix qui est inférieur à leur valeur fiscale, il a été répondu que les dispositions de l'article 198, alinéa 1er, 7° du CIR 1992 trouvent à s'appliquer à la moins-value actée (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, n° 30, p. 3544).