3. benadrukt dat de cultuur autonoom is en bovendien een belangrijke bijdrage levert aan de economische ontwikkeling en de groei van de werkgelegenheid; verzoekt de lidstaten en de Commissie daarom meer waarde te hechten aan en te investeren in alle onderdelen van de "culturele sector”, niet alleen ten aanzien van de cultuurgoederen die van belang zijn voor het toerisme, maar ook van de bescherming en instandhouding van het erfgoed, stadsherstel, kunstnijverheid, opleiding, productie van goederen en diensten, enz.;
3. constate que la culture constitue un bien en soi et, notamment, qu'elle apporte une contribution importante au développement économique et à la croissance de l'emploi; demande par conséquent aux États membres et à la Commission de valoriser et d'investir tous les secteurs de la "filière culturelle”, à savoir non seulement des biens culturels liés au tourisme mais également la protection et la conservation du patrimoine , la rénovation urbaine, l'artisanat, la formation, la production de biens et services, etc.;