De lid-staten zien dit overigens heel duidelijk in aangezien
in 1993 elf van de destijds twaalf lid-staten verzocht hebben om een afwijking op g
rond van artikel 27 vanwege de complexiteit en de kosten van de teruggaafprocedure teneinde bijzondere maatregelen te kunnen invoeren voor de belasting van diensten bestaande in werkzaamheden die betrekking hebben op roerende lichamelijke zaken en nationale vervoersdiensten die rechtstreeks verband houden met i
...[+++]ntracommunautaire goederenvervoersdiensten, teneinde te voorkomen dat bedrijven systematisch een beroep doen op de Achtste Richtlijn.
Cette situation est d'ailleurs bien comprise par les États puisque la complexité et le coût de la procédure de remboursement a conduit, en 1993, 11 des 12 États membres de l'époque à demander une dérogation sur la base de l'article 27 afin de pouvoir introduire des mesures particulières de taxation des prestations de services ayant pour objet des travaux sur des biens meubles corporels situés sur le territoire national, directement liées à des services de transport intra-UE de biens, afin d'éviter aux opérateurs le recours systématique à la 8e directive.